Contracten Martin Garrix / Spinnin vernietigd wegens dwaling

 

Na lezing van het vonnis van de Rechtbank Midden Nederland van gisteren, 20 september 2017, hierbij mijn eerste commentaar.

 

Tegenstrijdige belangen

 

De tegenstrijdige belangen tussen Spinnin Records BV en het managementkantoor Musicallstars Management BV worden in het vonnis haarfijn blootgelegd. Dit vormt de basis voor vernietiging van de contracten wegens dwaling. Het komt veelvuldig voor dat platenlabels ook het management van een artiest voeren, al dan niet via een gelieerde vennootschap. Dit vonnis is dus belangrijk voor de praktijk.

 

Fonogrammenproducent

 

De rechtbank geeft een duidelijke uitspraak over de vraag wie de fonogrammenproducent is. Martin Garrix heeft het vervaardigen van de opnamen zelf georganiseerd en gefinancierd en is daarmee de fonogrammenproducent. De adviezen van Spinnin maken dit niet anders. Dat Spinnin na de vervaardiging van de opnamen de exploitatie, marketing en promotie heeft gefinancierd is niet relevant voor het antwoord op de vraag wie fonogrammenproducent is.

 

Door de vernietiging van de overeenkomsten komen de rechten die zijn overgedragen aan de maatschappij in de productieovereenkomst in volle omvang met terugwerkende kracht toe aan de artiest. Ook de SENA inkomsten van de fonogrammenproducent zijn geheel voor Garrix. Vergeet niet dat ook in het buitenland aanzienlijke bedragen worden uitgekeerd in verband met airplay.

 

Mijns inziens een heldere uitspraak op dit punt, en het had ook niet anders kunnen uitpakken in dit geval. Het opnameproces valt grofweg uiteen in drie gedeelten: (1) het inspelen van de diverse instrumenten, (2) het editen en mixen van de diverse opgenomen sporen naar twee sporen (stereo) en (3) het masteren waarbij de definitieve sound wordt bepaald. In het vonnis lees ik dat Martin Garrix deze drie onderdelen allemaal zelf had georganiseerd, uitgevoerd en betaald. Vandaar dat het in dit geval heel duidelijk lag. In de praktijk zie je vaak dat een artiest zelf een aantal sporen thuis of in een project studio opneemt, maar dat de opnamen in een professionele studio worden afgerond en gemixt, en vervolgens professioneel worden gemasterd. Wanneer de kosten van de externe studio’s door de platenmaatschappij betaald dan ligt het niet zo duidelijk wie fonogrammenproducent is. Mogelijk zijn in een dergelijk geval de artiest en de maatschappij mede rechthebbende op de opname.

 

Een variant die in de praktijk geregeld voorkomt, is dat de kosten die de platenmaatschappij maakt voor het vervaardigen van de opnamen verrekenbaar zijn met royalties. Uiteindelijk betaalt de artiest dan de kosten, maar het risico ligt mijns inziens in eerste instantie bij de maatschappij, want als het niet succesvol wordt (zoals zo vaak), dan valt er niets te verrekenen.

 

Toewijzing claims nog onzeker

 

De vernietiging heeft terugwerkende kracht. Ongedaanmaking is onmogelijk. Er zal dus een waardevergoeding moeten komen voor de prestaties die zijn geleverd door Spinnin. Mijn inschatting is een forse waarde kan worden toegeschreven aan de marketinginspanningen en A&R-diensten die door Spinnin zijn geleverd. Spinnin is als platenlabel succesvol geweest om de artiest Martin Garrix te laten doorbreken. Dat vergt een omvangrijke marketinginspanning. Het commerciële succes van een artiest komt niet enkel voort uit de productie van goed materiaal. De marketing speelt een essentiele rol en is dan ook een van de kerntaken van een platenmaatschappij, net als de artistieke begeleiding (A&R).

 

In de procedure claimt Martin Garrix, naar ik uit het vonnis begrijp, betaling van de gehele opbrengst van de opnamen die is voortgekomen uit de exploitatie door Spinnin. Dat lijkt me een brug te ver.