Europese Hof geeft ruim baan aan creatieve sampling

In de zaak HvJ 29 juli 2019, C4 176/17, ECLI:EU:C:2019:624 (Pelham) gaat het om het gebruik van een sample van een nummer van Kraftwerk van 2 seconden die als een loop onder een nummer is gezet. Het Europese Hof oordeelt dat gebruik van een geluidsfragment, hoe kort dan ook, van een fonogrammen, in beginsel dient te worden beschouwd als een gedeeltelijke reproductie van de opname. Wanneer het geluidsfragment onherkenbaar is moet evenwel worden geoordeeld dat een dergelijk gebruik geen reproductie vormt. Het intellectuele eigendomsrecht is niet een absoluut recht, maar dient te worden afgewogen tegen de andere grondrechten. Waaronder de vrijheid van kunsten die valt onder de vrijheid van meningsuiting. Sampling techniek valt onder de vrijheid van kunsten. Indien een onherkenbare sample zou worden beschouwd als een reproductie, dan wordt voorbijgegaan aan het evenwicht tussen bescherming van intellectuele eigendomsrechten en vrijheid van expressie. Het gebruik van een kort geluidsfragment dat herkenbaar is, kan gelijk worden gesteld aan een citaat bepaalde omstandigheden. Voorwaarde is dat het gebruik is bedoeld om de dialoog met het werk waarvan het geluidsfragment is overgenomen aan te gaan. Wat daarmee precies wordt bedoeld is niet helemaal duidelijk.

 

Deze uitspraak is belangrijk voor de muziekpraktijk en maakt grotendeels een einde aan een langlopende discussie over sampling. Muzikanten gebruiken al jaren samples waarin de originele opname niet kan worden herkend, als geluidsbron voor keyboards, drums en virtuele instrumenten. Met een verzameling samples van een viool op verschillende toonhoogten en in verschillende speelstijlen, kan een viool worden gesimuleerd door een keyboard die gebruikmaakt van deze samples als geluidsbron. De communicatie tussen hetgeen wordt ingespeeld en de samples verloopt via MIDI[1]. Midi kan worden vergeleken met de rol van een draaiorgel, of een digitaal zelfuitvoerend notenschrift. Het bevat digitale informatie over de hoogte van de toon, de lengte, en de speelstijl (hard/zacht/glissando/vibrato bijvoorbeeld). Een MIDI file bevat geen geluidsopnamen. De audio zit in de samples[2]. Met een MIDI-file kunnen (zeer) verschillende samples worden aangestuurd, bijvoorbeeld van een viool, een piano, drums, percussie enzovoort.

 

Ook een iets langere sample, waarin het origineel mogelijk herkenbaar is, kan aldus worden gebruikt. De muziekfragmenten kunnen worden verhoogd verlaagd, versneld, en anderszins bewerkt. Dit creatieve proces is een van de belangrijke pijlers van de ontwikkelingen in de muziek van de afgelopen 20 jaar. Veel muziek wordt tegenwoordig niet meer opgenomen in een geluidsstudio met akoestisch gespeelde instrumenten, maar wordt “in the box” geproduceerd, dat wil zeggen geheel in de computer zonder dat er een instrument wordt opgenomen genomen met de microfoon. De zogenaamde virtuele instrumenten, maken zonder uitzondering gebruik van samples, net als moderne keyboards.

 

 

Het blijkt technisch mogelijk te zijn om aan de hand van de digitale informatie die is verwerkt in geluidsopnamen te herleiden welke samples zijn gebruikt. Dat betekent dat het gebruik van samples het risico met zich mee brengt dat rechthebbenden van de gebruikte opnamen een verbod vorderen of een schadevergoeding vorderen

 

In vrijwel iedere artiestenovereenkomst en licentieovereenkomst zijn bepalingen opgenomen waarbij de verantwoordelijkheid voor het gebruik van samples wordt gelegd bij de artiest. Je kan erover van mening verschillen of dit wel terecht is, want de producent vraagt meestal juist om een bepaalde sound. Onder omstandigheden zal een beroep op een dergelijk artikel mijns inziens onredelijk bezwarend kunnen zijn. Uit de praktijk zijn voorbeelden bekend waarin de artiest per saldo geen enkele vergoeding ontvangt voor een succesvolle nieuwe opname, omdat de samples moeten worden afgekocht en de kosten voor rekening van de artiest worden gebracht.

 

Het HvJ heeft mijns inziens helder en duidelijk beslist dat een sample die niet herkenbaar is, mag worden gebruikt. Daarmee wordt een einde gemaakt aan onzekerheid in de praktijk op dit punt. Hiermee wordt een impuls gegeven aan creativiteit om elementen uit bestaand opnamen te gebruiken als bouwstenen voor een nieuwe creatie. De rechthebbenden van opnamen die zijn gesampled zullen moeten dulden dat op deze wijze gebruik wordt gemaakt van hun masters. Het ligt anders wanneer een sample herkenbaar is. Er kan dan sprake zijn van een citaat. Of het citaat door de beugel kan zal afhangen van de omstandigheden van het geval. Bij veruit de meeste samples die worden gebruikt is het origineel niet herkenbaar, en gaat het enkel om het gebruik van een bepaalde sound die is vervat in een audiobestand.

 

Dit is een belangrijke uitspraak voor artiesten en producers. Sampling kan en mag zolang het origineel maar niet meer herkenbaar is. Wanneer het origineel nog wel herkenbaar is, dan ligt het een stuk moelijker.

[1] Er zijn ook andere systemen, maar MIDI wordt het meest gebruikt.

[2] Onjuist acht ik de uitspraken van lagere rechters waarbij is aangenomen dat MIDI files zijn gelijk te stellen aan fonogrammen. Een fonogram is echter wezenlijk iets anders dan de set instructies aan de computer die is vervat in een MIDI file.

 

Voetnoten

[1] Er zijn ook andere systemen, maar MIDI wordt het meest gebruikt.

[s] Onjuist acht ik de uitspraken van lagere rechters waarbij is aangenomen dat MIDI files zijn gelijk te stellen aan fonogrammen. Een fonogram is echter wezenlijk iets anders dan de set instructies aan de computer die is vervat in een MIDI file.