Publishing inkomsten muziek onder TV-programma

Een wat mij betreft opmerkelijke recente uitspraak is  Rechtbank Amsterdam 10 januari 2018 IEF 17423 (Omroep Max / Symbol Media). Samengevat komt het hierop neer. Symbol had muziek geschreven en opgenomen voor een programma van Omroep Max. Symbol is zelf muziekuitgever van de betreffende werken en het repertoire is aangemeld bij Buma Stemra. Overeengekomen is dat Symbol voor het componeren en produceren geen vergoeding ontvangt van Omroep Max, maar uitsluitend inkomsten zal ontvangen via Buma Stemra. Voor muziek onder TV uitzendingen worden aanzienlijke vergoedingen betaald aan componisten en tekstdichters. Niet alle inkomsten uit openbaarmaking komen aan Symbol toe, want in de overeenkomst is opgenomen dat het bedrag dat Symbol als muziekuitgever ontvangt van Buma Stemra zal worden betaald aan Omroep Max. Ook ontvangt Max 50% van de Sena gelden, terwijl Omroep Max geen enkele investering heeft gedaan in de totstandkoming van de opnamen.

Dit onderstreept weer eens de vaak scheve machtsverhoudingen bij het contracteren over auteursrechten en naburige rechten (“platencontracten”).

De overeenkomst wordt door Omroep Max beëindigd. Omroep Max vordert vervolgens betaling over de voorafgaande periode van de muziekuitgaverechten. De rechtbank beoordeelt de zaak in het nadeel van Omroep Max.

Daarbij is beslissend de tekst van de overeenkomst waarin letterlijk staat dat bij beeindiging van de overeenkomst de betalingsverplichtingen vervallen. Al lezende kreeg ik de indruk dat de bedoeling van partijen is geweest om daarmee de periode af te sluiten waarover Omroep Max aanspraak kan maken op een aandeel in de inkomsten die Symbol ontvangt van Buma Stemra. De bedoeling van partijen staat normaliter centraal bij uitleg van overeenkomsten, zie de zogenaamde Haviltex norm. In dit geval echter is de tekst van de overeenkomt beslissend voor het oordeel van de Rechtbank dat de betalingsverplichting van Symbol is vervallen door beeindiging van de overeenkomst.

Ik kan me er bijna niet aan onttrekken dat de Rechtbank hier heeft laten meespelen dat Omroep Max voor een dubbeltje op de eerste rang wilde zitten en de artiesten nogal heeft uitgeknepen.

Wat mij verder opvalt is dat er kennelijk geen beroep is gedaan op de wet Auteurscontractenrecht. De bepalingen in deze overeenkomst lijken mij op eerste gezicht nogal onredelijk bezwarend voor Symbol.