Winstafdracht na inbreuk

SjopspelOp 14 november 2014 heeft Hoge Raad uitspraak gedaan in de slepende zaak over het “Sjopspel”. In haar noot in BIE van februari 2015 vat Mr Deurvorst samen hoe de jarenlang spelende kwestie is verlopen. Tot driemaal toe naar de Hoge Raad. Nadat eerst is vastgesteld dat er sprake is van een inbreuk, gaat het uiteindelijk om de vraag op welk bedrag De Vries aanspraak kan maken. De administratie van Super de Boer was kennelijk niet meer compleet voorhanden en de accountants konden de cijfers niet meer vaststellen. Heel toevallig allemaal en de rechter kan daar conclusies uit trekken. Dit leidt er echter niet toe dat de maximaal behaalde winst in aanmerking moet worden genomen. Wel kan de rechter op grond van 21 Rv dit in het nadeel van de inbreukmaker uitleggen. Welke methode voor berekening van de winst moet worden gebruikt, staat niet vast. Dit moet per zaak worden beoordeeld, afhankelijk van de mate van opzet bij de inbreuk. De rechter heeft een grote mate van vrijheid. Mr Deurvorst geeft aan dat dit leidt tot grote onzekerheid in de praktijk. Wanneer jaren procederen nodig zijn om uiteindelijk een schadevergoeding vast te stellen, dat heeft dat ook negatieve implicaties voor de waarde van intellectuele eigendomsrechten.